Ludwig Aerts en Elly Vandeweyer zijn rasondernemers. Tijdens de week werken ze in hun bouwbedrijf en in het weekend runnen ze een van de meest exclusieve wijnbistro’s in ons land. We starten diep in de Kempen (en dat mag je letterlijk nemen, want ze plaatsen betonkelders) en eindigen in hun wijnbistro Goddaard, een zestiende-eeuws pand in de historische binnenstad van Antwerpen.
“Ik ben gisteren tot elf uur ’s avonds bezig geweest,” vertelt Ludwig als we gaan zitten. Het is vrijdagnamiddag, even voor openingstijd. “Van maandag tot vrijdagmiddag werken we op onze bouwwerven. ’s Middags komen we hier alles klaarzetten voor het weekend.”
Ondertussen is Elly druk in de weer in de keuken. De leveranciers zijn net geweest en de amuse-gueules die ze bij de wijn serveren, moeten nog vers worden klaargemaakt. Wie zo hard werkt, doet dat alleen uit passie. “En die liefde voor wijn is er al heel lang. Eind jaren ’80 begon ik heel intensief met wijn proeven, wijn kopen en zelfs in wijn beleggen. Er was natuurlijk nog geen internet, dus ik kocht boeken over wijn. Duizenden boeken. Elke vakantie nam ik er wel vijf in mijn koffer mee. Door te lezen en te proeven bouwde ik stilaan kennis op.”Voor het begin van de economische opgang van China en het Midden-Oosten, zat de wijnmarkt nog anders in elkaar dan vandaag. “Ik begon met het kopen van alle Grand Crus van Bordeaux voor 800 Belgische frank per fles. (In 1999, bij de invoering van de euro, kwam dit overeen met ongeveer €20, of zo’n €32 gecorrigeerd voor inflatie, red.) Mouton Rothschild, Château Lafite, Latour, Haut-Brion… De grote wijnhuizen waren heel eenvoudig verkrijgbaar. Er was geen wachttijd, en je kon het gewoon vinden in de handel. Je wordt heel snel verslaafd aan die kwaliteit. Je proeft een wijn en merkt dat die beter is. Maar waarom is die beter? Dan begint het lezen en zoeken.”
Tegelijkertijd begonnen Ludwig en Elly in 1990 met het plaatsen van betonnen kelders, een nieuwigheid. Voordien werden kelders steen voor steen gemetseld, een heel zware en tijdrovende manier van werken. “Iedereen wilde in die tijd een kelder: landbouwers, particulieren, appartementsgebouwen… Dankzij onze innovatie om betonnen kelders te storten, groeiden we snel uit tot een referentie en een belangrijke partner in betonwerken voor grote bedrijven, zoals Bobbejaanland. Alles wat er in het pretpark aan betonwerken moest gebeuren, hebben wij gedaan. De familie Schoepen stuurde me naar Duitsland om een attractie te bezoeken en te kijken hoe we dit bij hen konden realiseren. Bobbejaanland is volledig op moerasgrond gebouwd en een achtbaan heeft niet alleen een groot gewicht te dragen, maar ondervindt ook trek- en schokkrachten. Het vergde heel wat ervaring om de funderingen juist en veilig te leggen.” Daarbij werd er nooit gezeurd. Het werk moest klaar zijn. “In de beginjaren kenden we in de bouwsector geen sluitingsuren. We stopten niet om vijf uur, maar gingen door tot het werk af was. Eerst werken, dan pas genieten.” Het is de typische attitude van Kempenaars: de twee voeten op de grond en alles normaal vinden. Ook nu staat Ludwig nog op een vrijdagochtend vroeg op een werf om bijna 20 uur later de wijnbar te sluiten, zonder slaap tussendoor.
“Ik wil nog bij alles betrokken zijn. Dat lukt omdat wij een kleine firma zijn, die wel groot is in uitvoering. Maar dat is onze sterkte.” Terwijl de zaak bloeide, groeide ook de liefde voor wijn. “De prestigieuze wijnhuizen werken met een lijst van afnemers. Wie snel kan beslissen en redelijke volumes aankoopt, komt bovenaan te staan. Ik was zo bezeten van mijn hobby dat ik de grote jaargangen mocht aankopen. Dankzij deze allocaties kon ik uit alle formaten kiezen, van de kleinste tot de allergrootste flessen. Maar ik vertel nu alleen de positieve kant van het verhaal. Elly zag vooral dat het geld dat binnenkwam onmiddellijk weer in wijnen werd geïnvesteerd. Zonder haar steun had ik dit nooit kunnen doen.”
Ondanks de wereldwijnen staan de Franse onder experts nog altijd hoog aangeschreven. “Iemand die Franse wijnen niet kent of niet wil kennen, mist basiskennis. Je kunt niet om bijvoorbeeld de sauvignon blanc of de rode druivensoorten heen. Ik heb zelf drie jaar een Franse wijncursus gevolgd, die eigenlijk maar één jaar duurde. Maar ik bleef tot ik het allemaal doorhad. Pas daarna ben ik verder gegaan met andere landen.”
Ondertussen is België ook een opkomend wijnland en daar is Ludwig erg enthousiast over. “België doet het ongelofelijk goed. We maken momenteel zo’n kwalitatieve wijnen dat ik zelfs een wijnreis in eigen land aan het organiseren ben. Het volume moet nog wat groeien, zodat de prijzen stabiliseren. Maar ik zie een mooie toekomst voor onze wijnbouw.” De ontwikkeling van Belgische witte wijnen staat het verst. “Maar rood begint ook op te komen. We hebben prachtige pinot noirs. En onze wijnbouwers zijn ongelofelijk gemotiveerd; de kwaliteit volgt vanzelf.”Glooiende heuvels met wijngaarden: het Belgische landschap zal er de komende decennia heel anders uitzien. Dan leven we nog meer als God in Frankrijk. Maar om de allergrootste châteaus te bezoeken, hoeven we niet meer de grens over. Alle wijngeschiedenis ligt in Ludwigs kelder. In 2022 opende hij samen met Elly ‘Wijnbistro Goddaard’ in een vijfhonderd jaar oude woning die ooit het atelier was van kunstschilder Balthasar Ommeganck. “Ik heb hier zo’n duizend flessen liggen, van Franse Bourgognes tot Italiaanse Barbera d’Albas of Zuid-Afrikaanse sauvignon blanc. Iedere maand zetten we een wijnhuis in de kijker.” Zelf is Ludwig een grote liefhebber van de noordelijke Rhônestreek, de Loire en Piemonte. “De meeste tijd gaat naar het zoeken naar wijnen met een goede prijs-kwaliteitverhouding. Een dure wijn kan iedereen vinden. Maar wij willen een wijn serveren die bij de buurman 80 euro kost en hier misschien maar de helft. Zulke wijnen ontdekken, dat is de sport.” Tel dit op bij de gastvrijheid en de tot in de puntjes verzorgde catering van Elly en het is niet verwonderlijk dat het een van onze favoriete plekken in Antwerpen is om na de drukke werkweek uit te blazen.
