Zij is bekend voor haar imposante en tegelijk fragiele sculpturen, hij is choreograaf, regisseur en vader van het dansgezelschap Les Ballets C de la B. Berlinde De Bruyckere en Alain Platel, allebei uit Gent, maar vooral ook tot ver daarbuiten gevierde en gelauwerde kunstenaars, weten ons telkens te raken. In 2024 maken ze samen voor Opera Ballet Vlaanderen de voorstelling Ombra, een verwijzing naar de openingsaria ‘Ombra mai fu’ uit Händels Xerxes waarin de schaduw van een boom wordt bezongen. In Ombra is de boom het decor. Want tegen dit oerelement uit de natuur speelt ook het leven van mens en dier zich al eeuwen af. Alle wezens komen onder zijn takken schuilen. Vanaf eind maart kan het publiek dit ook in de operazalen doen.
Hoe is deze unieke samenwerking ontstaan?
Platel: ‘Opera Ballet Vlaanderen heeft me gevraagd om een vervolg te maken op de voorstelling C(H)ŒURS, die we in 2022 nog eens hebben hernomen. Eigenlijk wilden ze dat ik een opera zou regisseren naar aanleiding van het tienjarig overlijden van de bekende intendant Gerard Mortier. Maar opera’s regisseren is niet mijn ding. Stilaan is het idee geëvolueerd naar een nieuwe samenwerking tussen het koor en de dansers. Ik ben geen choreograaf in de klassieke betekenis van het woord, ik kan dansers niet tonen hoe ze moeten bewegen. Zij brengen zelf materiaal aan. Maar de omgeving waarin zij zich bevinden, die creëer ik wel. En ik wilde een boom op de scène. Daarom heb ik Berlinde gecontacteerd.’
Als je zo’n vraag krijgt van Alain, hoe begin je hier dan aan?
De Bruyckere: ‘Alain heeft altijd heel concrete beelden in zijn hoofd en weet heel goed waarom hij iets vraagt. In onze gesprekken noemde hij Mortier ‘een boom van een vent’. De boom is een thema waar ik zelf al heel lang mee bezig ben. Ik zie heel veel menselijkheid in een boom. Wanneer een figuur zoals Mortier sterft, dan is het alsof er een grote boom wordt geveld. Zo voelt het ook als je iemand verliest die dicht bij jou staat. Alain heeft mij ook een foto gestuurd uit Kinshasa van een dreef waar oude bomen werden omgezaagd. Het moment dat zo’n boom neerploft, is een aardbeving. En nog meer in je hoofd. Als ik zelf bomen zie die in een storm zijn omgewaaid, bomen die meestal veel ouder zijn dan wij, dan ben ik onder de indruk van de brutaliteit van de natuur. Een boom die agressief neervalt op de scène past eigenlijk niet bij een persoonlijkheid zoals Gerard Mortier. Maar anderzijds symboliseert het zijn vastberadenheid en de kordate manier waarmee hij omging met de mensen waarmee hij werkte.’
“Voor mij is muziek de ultieme kunstvorm”
Heb je eigenlijk iets met muziek?
De Bruyckere: ‘Niet zo. In mijn atelier speelt nooit muziek. Thuis lees ik vooral. Mijn man Peter (kunstenaar Peter Buggenhout, nvdr.) luistert wel meer naar muziek. Dus ik hoor het wel, maar ik haal er geen inspiratie uit.’
Platel: ‘Ik heb ooit tegen mijn vrouw gezegd dat, mocht ik voor haar sterven, op mijn begrafenis alle muziek moet worden gespeeld die ik ooit heb gebruikt in mijn voorstellingen. Dat is zo’n drieëndertig 33 uren. Voor mij is muziek de ultieme kunstvorm. Het is de enige kunst die iedereen aanspreekt. De beeldende kunsten of podiumkunsten zijn veel beperkter. Ook als ik nu opnieuw luister naar stukken die ik jaren geleden heb gebruikt, zit er niets in dat ik niet graag hoor. Muziek is veel toegankelijker, omdat ze mensen op een emotionele manier kan raken zoals geen ander. Zit ik in een rouwproces, dan luister ik naar muziek. Bach is het eerste medicijn waarnaar ik grijp. Veel mensen beschrijven zijn muziek als wiskunde, voor mij is het pure emotie. In de jaren negentig heb ik geprobeerd om die hemelse muziek van hem te doen rijmen met de wereldse realiteit op de scène. De cellist Roel Dieltiens en ik hebben toen muziek en beeld met elkaar geconfronteerd. De muzikanten waren in shock. Ze hadden nooit gedacht dat dit met muziek van Bach mogelijk was. Er verscheen een nieuwe betekenislaag.’
Wat mogen we ons voorstellen bij de muziek in Ombra?
Platel: ‘Ik heb met Steven Prengels drie muziekstukken geselecteerd: ‘Ombra mai fu’ van Händel, omdat dit de allereerste aria is die in mijn dansvoorstelling voorkwam. Dat was nog in de periode waarin dansers helemaal niet geïnteresseerd waren in klassieke muziek. Het tweede is ‘Soave sia il vento’ uit Così fan tutte van Mozart, een heel merkwaardig meerstemmig lied. Het is het ultieme afscheidslied, maar in de opera zit dit nummer redelijk aan het begin. En tenslotte het “Agnus Dei” van Samuel Barber. Ook zo mooi. Tussen deze drie elementen heeft Steven muziek gecomponeerd die gebaseerd is op onder meer Bach. Hij heeft hiervoor orgelwerk herwerkt voor het orkest. Maar er zijn ook verwijzingen naar Beethovens opera Fidelio.’
De Bruyckere: ‘Alain stuurt af en toe fragmenten door die ik dan beluister. Ik heb ondertussen ook wel wat voorstellingen gezien die hij met Steven heeft gemaakt. Ik hou van hun aanpak. Verschillende stukken aan elkaar breien; ook in mijn eigen werk recupereer ik materiaal. Ik voel dat aan als een verder schrijven op iemand anders zijn geschiedenis. Ik vind het heel eigentijds om verbanden te leggen tussen verschillende periodes en genres.’
Platel: ‘Daarom heb ik ook TK Russell gevraagd. Een Congolese zanger die meer bekend is met het populaire genre. Hij is een heel bijzondere man met een mooie stem, maar geen typische operastem.’
“Deze voorstelling zie ik vandaag ook als een politieke utopie”
Wat is zo bijzonder aan het maken van een operavoorstelling?
De Bruyckere: ‘In opera geeft iedereen het beste van zichzelf en al die energieën komen op een bepaald moment samen. Je moet je er heel erg bewust van zijn dat je een deel bent van een groter geheel. Het deel op zich is minder goed dan de optelsom van alle delen samen. Het is heel inspirerend om door anderen uitgedaagd te worden. Alain wilde de boom bijvoorbeeld afgezaagd zien. Als kunstenaar moet ik dan meedenken over oplossingen. De kleuren, de schaal van de boom, de bewegingen, de schaduwen op de scène: het zijn allemaal vragen die we gaandeweg samen hebben beantwoord. Ik kan mijn werk hier op een totaal andere manier inzetten dan in een museale context. Er worden constant dingen aan toegevoegd van mensen rondom mij. Het besef is dus: ook ik mag deel uitmaken van dit geheel.’
Platel: ‘Is het niet Wagner die zei: ‘Opera is een Gesamtkunstwerk’? Zoveel kunstvormen die samenkomen is inderdaad wat opera zo uniek maakt. Een van de strafste momenten in deze voorbereiding is toen ik naar het decoratelier ging en ze me vertelden dat het de eerste keer was dat voor één decor alle afdelingen moesten samenzitten: van ingenieurs tot houtbewerkers en lassers. En met een ongelofelijke motivatie bij iedereen om dit mogelijk te maken. Ik was ontroerd.’
Is het heel anders om niet in je eigen kunstatelier te werken?
De Bruyckere: ‘We hebben van in het begin goed overlegd over hoe die boom op de scène moest staan. De mensen van het decoratelier zijn bij mij op bezoek geweest, dus ze gebruiken mijn materialen en technieken. En ze doen het geweldig. In de kleine maquette die ik maakte, vertonen de takken menselijke vormen. Er zitten bewegingen in die takken anders niet hebben. Dat gevoel hebben ze er prachtig in gekregen. Je moet vertrouwen geven. Want om hetzelfde resultaat te bekomen op de scène, moeten ze wel alles veel explicieter maken dan ik zou doen in mijn beelden, anders ziet het publiek het niet.’
Vorig jaar spraken we met Antony Gormley die heel erg met ruimte bezig is. Hier hebben we het decor dat een ruimte creëert, maar ook de muziek en de dans creëren een eigen wereld.
Platel: ‘Al mijn voorstellingen gaan over hetzelfde. Een groep van mensen die op een bepaalde plek terechtkomt en daar te lang blijft, waardoor er dingen gebeuren. En een boom is bijvoorbeeld een plek in een dorp waar mensen afspreken. Een verzamelpunt, waar over problemen wordt gepraat. Bij de Germanen werd onder de lindeboom zelfs recht gesproken. Deze voorstelling zie ik vandaag ook als een politieke utopie: in plaats van te polariseren, zou ik ons liever al pratend zien zoeken naar oplossingen.’
Ombra is te zien van 30 maart tot 8 mei 2024.
Tickets en info: www.operaballet.be