De Nigeriaanse-Belgische Otobong Nkanga is een ster op de internationale kunstbühne. Ze krijgt uit alle hoeken van de wereld uitnodigingen om tentoon te stellen, van São Paulo tot de Biënnale van Venetië, en ze viel al meermaals in de prijzen. Afgelopen oktober nog kreeg ze in de Verenigde Staten de prestigieuze Nasher Prize for Sculpture 2025 in handen. Door haar wereldwijde erkenning is ze steeds onderweg, maar sinds enkele jaren vormt Antwerpen haar thuisbasis. Daar heeft ze niet alleen aan de rand van het stadscentrum haar atelier, ze vindt er ook telkens weer rust tussen al het reizen door.
‘Oorspronkelijk woonden we in Amsterdam; mijn man is een Nederlander. Maar na een heftige inbraak en door de torenhoge huisprijzen in de grachtenstad, verhuisden we naar Antwerpen. Nu zijn we ook dichter bij Wims familie in Noord-Brabant.’ Op amper vier dagen tijd vonden ze een huis. ‘De verhuis naar Antwerpen heeft zeker ook mijn werk beïnvloed. In een heel grote stad is er meer ruis. Hier heb ik meer tijd en ruimte om te creëren. Bovendien kan ik op het gemak op ontdekkingstocht gaan. Tentoonstellingen bezoeken, de Antwerpse mode, het eten … Antwerpen voedt mijn inspiratie.’
Nkanga weet hoe ze Antwerpen met andere steden moet vergelijken. Als kind woonde ze een hele tijd in Parijs. Midden jaren ’80 maakte haar moeder deel uit van de Nigeriaanse delegatie bij de UNESCO. De jonge Otobong ging er naar de British School in de bij expats populaire buitenwijk Croissy-sur-Seine. Daar ontmoette ze Diana, haar leerkracht kunst en naast haar moeder de tweede vrouw die een erg belangrijke rol in haar leven heeft gespeeld. ‘Het beste wat mij kon overkomen, is dat mijn moeder al vroeg geloofde in mijn kunnen. Als kind was ik altijd aan het tekenen, dus stimuleerde ze mij om creatief bezig te zijn. Maar dankzij Diana ging er ook een nieuwe wereld voor mij open. Ze gaf begeesterend les en nam onze klas op uitstap naar magische plaatsen zoals het Louvre of het Musée Rodin. Ik vond, toen al, een diepe rust in het gezelschap van kunst en kreeg voor het eerst het gevoel me helemaal te kunnen afsluiten van de buitenwereld.’
Terug in Nigeria overwoog Nkanga om architectuur te studeren. Om later een baan te vinden, vond ze dit zelf een veiligere keuze dan een kunstrichting. ‘Maar mijn moeder dacht dat kunst me meer vrijheid zou bieden.’ Met die zegen op zak ging ze naar de goed aangeschreven opleiding aan de Obafemi Awolowo University in Ife, niet ver van Lagos. Kort hierna sloeg het noodlot toe. Haar vader was ze al vroeg verloren en nu moest ze ook afscheid nemen van haar moeder door een auto-ongeval. Diana, met wie ze in contact was gebleven, stelde voor om naar Frankrijk te komen en daar wat uit te blazen. ‘Toen kwam ik te weten dat ze voor onze terugkeer naar Nigeria aan mijn moeder had gevraagd of ik niet bij haar kon blijven, omdat ze vond dat ik artistiek talent had.’ Docent Diana nam haar in 1994 onder de vleugels en Nkanga trok naar de Beaux-Arts de Paris. ‘Daarna diende ik een aanvraag in voor de Rijksakademie in Amsterdam. In die tijd leerde ik mijn man kennen.’ Het is achteraf gezien de prille start van een succesvolle carrière waarin ze geen enkel medium schuwt. Grote tapijten, keramiek, installaties, foto’s, tekeningen en schilderijen: het werk van Otobong Nkanga is even divers als haar levenskijk die ze met de toeschouwer wil delen.
‘Mijn werk is al die jaren ontzettend geëvolueerd dankzij verschillende gebeurtenissen. Een heel belangrijk moment was het bezoek aan Project Row Houses.’ De kunstenaar Rick Lowe verbouwde in Houston een twintigtal ‘shotgun’-huizen tot zowel woningen voor alleenstaande moeders, als tot ateliers en ruimtes voor workshops en tentoonstellingen, wat Project Row Houses een uniek sociaal experiment maakt. ‘Het is mooi om te zien hoe het één persoon is gelukt om te werken rond verschillende onderwerpen, in verschillende vormen en hoe kunst zich uitbreidt tot de hele samenleving, het rechtssysteem en onderwijs. Het is doordrongen van empathie en ethiek. Dat bezoek deed mijn ogen opengaan over wat kunst kan zijn en hoe kunst het leven van mensen kan veranderen.’
‘Het leven is met kunst verweven en kunst is dus ook met het leven verweven’
Die boodschap wilde Nkanga ook tonen in haar werk op Documenta in Athene en het Duitse Kassel in 2017. ‘Een werk kan tegelijk een sculptuur zijn, maar ook een netwerk of een structuur blootleggen. Zoals een geografie of de impact van uitbuiting op bepaalde plekken. Een bodem kan bomen leven geven, het bewerken van die bomen kan op zijn beurt oliën opleveren die dan weer een product worden en geld genereren. En wat doe je dan vervolgens weer met dat geld?’ Nkanga liet daarom zwarte zeep maken met houtskool in. ‘Een stuk zeep in een verpakking is volgens de Duitse fiscus onderworpen aan 19% btw. Is het een kunstwerk, dan is het 6% btw. Dus liet ik een groep performers in de tentoonstelling de zeep verpakken tijdens een performance. Doordat het doosje ter plaatse werd gevouwen, keurde de fiscus de 6% goed. Op die manier navigeer je als kunstenaar tijdens het creatieve proces tussen verschillende systemen. En omdat mijn werk zo dicht bij zijn omgeving ligt, groei ik dus zelf met mijn werk mee dat zich aanpast aan de omstandigheden. Het leven is met kunst verweven en kunst is dus ook met het leven verweven.’ De opbrengst van de verkoop van de zwarte zeep ging naar haar stichting Carved to Flow, die een non-profit kunstruimte in Athene en een biologische boerderij in Nigeria runt.
Die wereld rondom haar verandert voortdurend, maar de essentie van een kunstenaar blijft voor Nkanga hetzelfde. ‘De holbewoner die houtskool met zand vermengde voor een grotschildering, maakte dezelfde beweging als wie nu een penseel neemt en die in voorgemaakte verf dopt. Een huis bouwen gaat hetzelfde als zoveel jaren geleden, alleen de materialen en de technologieën zijn veranderd. Mondriaan, Malevich, Musgun-architectuur in Kameroen, Gaudi: de reikwijdte van esthetiek is zo ongelofelijk breed doorheen alle tijden en samenlevingen. Dat is de kracht van kunst.’
‘Het maakt dat er voor mij ook meerdere waarheden zijn, ook al spreken ze elkaar tegen. Kijk naar België. Het is een complex land met gemeenschappen, gewesten en vele parlementen. Door de onderlinge verschillen tussen de landsdelen is er veel discussie. Zolang die discussie kan bestaan, is het goed. Pas van zodra het gesprek tussen verschillende groepen stopt ontstaan er problemen. Confrontatie is nog steeds conversatie. Wanneer we dit inzien, begrijpen we elkaar beter.’
Nkanga trekt die pluraliteit door. ‘De smog in het hedendaagse Bangladesh is misschien niet dezelfde als die ten tijde van het negentiende-eeuwse Birmingham, maar ze zijn wel allebei toxisch. Daarom heeft het geen zin om die tegenover elkaar te stellen. Hou alleen begrip, zorg en empathie over. Maar dat betekent niet dat je alle opties moet openlaten, wel dat je voor veel open staat.’ Die veelzijdigheid komt ook terug in de verschillende materialen die ze gebruikt. ‘Sommige materialen lenen zich beter voor een bepaalde uitdrukking, bijvoorbeeld omdat de omgeving een bepaalde werking heeft. Lucht en water oxideren metaal. Wil ik het metaal langzaam door de lucht laten verroesten of wil ik het aftakelproces met water laten gebeuren? Het hangt allemaal af van wat ik wil laten zien. Een maatschappij die langzaamaan oxideert? Of het Britse Rijk dat een ‘Empire of Steel’ was en transformeert tot een ‘Empire of Rust’? Als kunstenaar kan je met je materiaal verschillende standpunten benaderen.’ Ze houdt van een open vizier en net dat mist ze soms in ons land.
‘Een Belgisch museum verzamelt vandaag onvoldoende’
‘De Rijksakademie in Amsterdam en alle andere platformen die kunstenaars uitnodigen voor een residentie van een jaar zorgen voor een heel open atmosfeer, ook naar buitenlandse kunstenaars toe. In Antwerpen heb je dit veel minder. Ja, je hebt wel een project zoals AAIR, maar van daaruit is er geen verdere doorstroming naar de instellingen. De Antwerpse kunstwereld zou van een grotere openheid nochtans de vruchten plukken.’ Toen ze in 2007 in Antwerpen kwam wonen, ervoer ze een sterke dynamiek met onder meer kunstruimte Objectif Exhibitions die in 2016 sloot. Een ander groot manco vindt ze het gebrek aan aankopen door hedendaagse musea. ‘Een Belgisch museum verzamelt vandaag onvoldoende. Terwijl het opbouwen van een eigen collectie en een archief meer vrijheid geeft om tentoonstellingen te organiseren. Je moet immers niet telkens gaan lenen bij andere musea, wat ook geld kost. Historisch gezien is een land als Nederland natuurlijk al eeuwen meer gericht op de wereld. Musea en curatoren nemen daardoor meer gedurfde artistieke keuzes. België heeft die leiderschapsrol minder en volgt eerder de trends uit de buurlanden.’
Ze laat foto’s van enkele werken zien en legt uit hoe ze het materiaal heeft geselecteerd. ‘Vergeet niet dat elke materie ook iets immaterieels heeft. Alles is onderhevig aan slijtage en die slijtage is niet tastbaar. Het is de tijd, het zijn gassen, de zon die iets doet verkleuren. Het is niet tastbaar, het is de tijd die slijtage toelaat. België was vroeger een industrieland, nu zijn sommige fabrieken verroest en krijgen die gebouwen opnieuw de kleur van de aarde. Heel veel is onderhevig aan tijd, zonder dat we dit zelf doorhebben. Zelfs in menselijke relaties of in de samenleving die politiek verschuift. En net zoals wij, mensen, die continu veranderen.’